“Drink eens een kopje koffie met je vijand”. Dit advies geeft Michael Onyebuchi Eze, ubuntu-filosoof, als voorbeeld van de Afrikaanse ubuntu-levenshouding. “Op die manier stel je je ook open voor een positie waarin jij je nu niet kunt vinden; anders had je die persoon waarschijnlijk wel gemogen.”
Een vertaling van ubuntu is zoiets als ‘een mens is mens omdat er anderen zijn’. De gemeenschap staat centraal, anders dan in onze Westerse samenleving waar het autonome individu centraal staat en waar het vaak over wij en zij gaat. [1]
De tijd waarin we leven en onze cultuur bepalen hoe we denken en naar de wereld kijken. Nog niet eens zo lang geleden werd bijvoorbeeld gedacht dat de aarde plat was. Later beschouwde men de zon als het centrum van het universum waar alles omheen draait. En nog steeds hangt het van je omgeving af of je denkt dat je een product bent van de evolutie of van de Schepper. Deze denkkaders worden paradigma’s genoemd. Het is lastig om buiten dit soort – in je omgeving gangbare – patronen te denken. Het onderwijs draagt daaraan bij. Het maakt – vaak onbewust – gevestigde denkpatronen vanzelfsprekend.
Een belangrijk denkpatroon van onze tijd is de opvatting dat we de wereld moeten onderzoeken. We willen de dingen begrijpen en denken dat kennis de manier bij uitstek is om de weg te vinden in het leven. De wetenschapsfilosofie noemt deze onderzoekende houding het paradigma van de analyse. En de wetenschapsfilosofie koppelt deze benadering aan het paradigma van de synthese, het kijken naar de samenhang: het geheel is meer dan een optelsom van de delen. Deze laatste benadering krijgt nog relatief weinig aandacht. We beschreven dit eerder in hoofdstuk 1.
Onder het paradigma van de analyse verstaan we de zienswijze waarbij we een onderwerp opdelen in elementen, om die delen in isolatie te onderzoeken in de veronderstelling dat het ons iets leert over het geheel. Analyse is ook het terugkijken in de tijd in de veronderstelling dat het ons iets leert over de toekomst. Het gaat om de vraag ‘waarom’ iets is zoals het is. Men doet onderzoek om een beeld van de wereld op te bouwen. Het gaat uit van maakbaarheid en de aanname dat alles te berekenen is. De manier van denken is: Ik wil weten hoe het in elkaar zit, zodat ik het kopiëren of herstellen kan. Met analyse zoem je in op een onderwerp.
Bij het paradigma van de synthese draait het om de relatie met de omgeving. We gaan ervan uit dat de wereld onregelmatig is en dat alles voortdurend verandert. Onderzoek van onderdelen, of leren uit het verleden alléén, is dan niet voldoende. Bij synthese kijken we naar de effecten van onderlinge samenhang en dynamiek. Het draait om de gedachte dat context een rol speelt bij het ontstaan van iets nieuws. En het gaat om de vraag ‘hoe’ iets bereikt kan worden wat er eerder nog niet was, met gebruik van die context. Hier is de manier van denken: Er zal een goede reden zijn waarom het is zoals het is, maar die reden ken ik niet. Dat accepteer ik. Hoe kan ik, steeds weer opnieuw, mogelijkheden vinden die passen bij veranderende omstandigheden? Dit is het creatieve proces dat zich bezig houdt met aanpassen. Met synthese zoem je juist uit, om te kijken naar de mogelijkheden die de samenhang met de omgeving biedt.
Het is alleen mogelijk om naar binnen te kijken wanneer er een buiten is en naar het verleden te kijken wanneer er een toekomst is. Beide benaderingen vullen elkaar aan tot een geheel en zijn afhankelijk van elkaar. Analyse zonder synthese heeft geen betekenis, en omgekeerd ook niet. Dat is de radio uit elkaar halen om de muziek te vinden. Het doen van onderzoek staat al op een hoog niveau. Er is echter nog veel te winnen met het benutten van de samenhang. En dat lukt niet met nog meer analytisch onderzoek.
Complementaire paradigma’s van analyse en synthese
Analyse | Synthese |
---|---|
Oorzaak-gevolg | Gebruik van toeval, aanpassen, groei |
Medisch model | Oplossingsgericht model |
Reductionistisch | Functioneel Creativiteit, design |
Focus op het verleden Statisch | Focus op de toekomst Dynamisch |
Laboratoriumonderzoek Biomedisch onderzoek met RCT’s | Kwantuminformatietheorie |
Standaarden, richtlijnen, protocollen (ligt vast) | Faciliteren van zelforganisatie (vrijheid) |
Objectieve werkelijkheid | Werkelijkheid is afhankelijk van observatie |
Eén waarde tegelijkertijd | Meerdere waarden tegelijkertijd |
Worstelingen van grote denkers
Ludwig Wittgenstein wordt beschouwd als een van de belangrijkste filosofen van onze tijd en als pionier in de analytische filosofie. Hij bestudeerde de wereld op een wiskundige manier. Hij brak zijn hoofd over lastige vraagstukken die hij met een logische, stap-voor-stap methode probeerde op te lossen. En niet zelden was hij de uitputting nabij. Hij heeft zijn aanpak samengevat in Tractatus Logico-Philosophicus, uitgebracht in 1922 [2]. Het boek is opgebouwd uit zeven basisstellingen die toewerken naar de conclusie dat deze filosofie eigenlijk zinloos, of op zijn minst beperkt, is. De laatste stelling luidt: “Van dat, waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen.” [3] Hij wilde daarmee zeggen dat er zaken zijn die niet te beredeneren zijn met taal en woorden. Dat zijn zaken zoals schoonheid of ethiek. En naar zijn mening zijn dat nu juist de belangrijke aangelegenheden in het leven. Na publicatie vond hij dat zijn werk voltooid was. Hij stopte met filosofie, schonk zijn enorme vermogen – hij behoorde tot de rijkste families van Europa – aan zijn zus, en ging als onderwijzer en tuinman werken. Pas jaren later pakte hij de filosofie weer op en werd hoogleraar in Cambridge.
Woorden delen alles op
Tim Parks, schrijver en literatuurdocent, laat op een mooie manier zien hoe woorden de wereld opsplitsen in losse onderdelen, en hoe taal reductie gewoon, vanzelfsprekend, maakt. In Out of My Head. On the Trail of Consciousness [4] vertelt hij hoe hij wakker wordt en bedenkt wat hij ziet. Zijn het afzonderlijke delen, of hangt alles samen? Hij ziet dingen ….
“ …. and now I realise there are no gaps between these parts. I mean there are probably scores of things I see (part of) if I bothered to list them – switch lampshade picture sock (one) tissues (many) carpet floor book wristwatch hinge of wardrobe door – but although I perceive these things as separate there are no spaces between them the way there are space between the words that designate them, even when I don’t put commas in the list. The parts I see in the room run directly into the other parts I see. The world has no empty bits (that I can see). Or even fault lines like a jigsaw. Not even around the edges. It’s seamless.”
Opdelen (met woorden) voelt misschien natuurlijk aan, maar bedenk dat het ons onbewust stuurt met een bepaalde kijk op de wereld. “The words you speak become the house you live in.” (Hafez, Perzisch dichter en filosoof, 14e eeuw)
Paradigmaverschuiving?
To go in the dark with a light is to know the light.
To know the dark, go dark. Go without sight,
and find that the dark, too, blooms and sings,
and is traveled by dark feet and dark wings.Als je met een lamp de duisternis in gaat, dan leer je alles kennen met het licht.
Als je de duisternis wilt kennen, ga dan in het donker. Ga zonder te zien.
Wendel Berry (vertaling van de auteurs)
In dit gedicht beschrijft Wendell Berry [5], dat je een nieuwe aanpak nodig hebt wanneer je nieuwe dingen wilt leren kennen. In het verleden zijn culturen of samenlevingen soms compleet anders naar de wereld gaan kijken. Dit gebeurde bijvoorbeeld nadat Galileo Galilei verkondigde, op grond van theorieën van Copernicus en eigen waarnemingen, dat de aarde niet het centrum van het heelal is, maar dat de aarde om de zon draait. Het aannemen van dit andere wereldbeeld ging echter niet vanzelf, omdat het botste met de opvatting van de kerk. Een verandering van paradigma wordt wel paradigmaverschuiving genoemd en dat gaat vaak langzaam. Hebben we momenteel een paradigmaverschuiving nodig om beter aan te sluiten bij nieuwe wetenschappelijke inzichten, en meer aandacht te vestigen op de samenhang in de wereld? Misschien valt dat wel mee. Onbewust combineren we analyse en synthese al. In de gezondheidszorg, bijvoorbeeld, waar evidence-based medicine een autoriteit is zoeken behandelaars al pragmatische oplossingen wanneer het voorgeschreven protocol niet past. We kijken daarbij eerder naar mogelijkheden dan naar moeilijkheden.
Een vrouw vraagt haar arts of hij haar kan helpen om af te vallen. Ze worstelt al jaren met overgewicht. Alle behandelingen tot nu toe hebben gefaald. Ze kreeg behandelingen volgens de zorgstandaard overgewicht, met voedingsrichtlijnen en beweegprotocollen. De oplossingsgericht werkende arts vraagt haar: Waar moeten we het als eerste over hebben? Verrast door deze vraag zegt ze dat ze eerst beter wil slapen om überhaupt iets te kunnen veranderen. En nadat er aandacht besteed is aan beter slapen lukt het de vrouw voor het eerst om af te vallen.
De combinatie van analyse en synthese kunnen we toelichten met het volgende beeld
Een zeiler berekent een koers met behulp van zeekaarten en met navigatie op sterren of satellieten; de stabiele factoren. En hij past de koers voortdurend aan in verband met veranderingen door de onvoorspelbare stromingen en windrichtingen.
Meer aandacht voor het combineren van beide manieren van kijken kan leiden tot betere werkvormen en betere resultaten.
In het kort:
- De wetenschapsfilosofie beschrijft twee elkaar aanvullende manieren om naar de wereld kijken; het paradigma van de analyse, en het paradigma van de synthese.
- Analyse zoemt in op het onderwerp, synthese zoemt uit naar de omgeving.
- Je hebt beide benaderingen nodig voor een volledig beeld.
- Analyse gaat over onderzoek en kennis; synthese gaat over het creatieve proces van de uitvoering.
- Analyse gaat over het ‘waarom’; synthese over het ‘hoe’.