Begrippenlijst

Woorden en begrippen kunnen verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de context waarin ze worden gebruikt. We geven hier de beschrijvingen zoals ze in de context van ons gedachte-experiment bedoeld zijn.

Analoog
Superpositie en verstrengelingen zijn kansverdelingen. Dat maakt informatie plastisch, instabiel en onbegrensd. Bij samenhang van informatie in een min of meer neutrale omgeving kunnen de verschillen tussen een grote kans en een kleine kans bij het herverdelen van verstrengelde informatie echter zo groot zijn dat er sprake lijkt van stabiliteit. Informatie lijkt dan gekwanticeerd. Door dit effect zijn bijvoorbeeld ‘elementaire deeltjes’ te herkennen. Maar omdat informatie via overlap met buren, en de buren van buren is uitgesmeerd over het hele universum, is informatie niet gekwanticeerd, maar analoog.

Antimaterie
Bij eindeloos veel gebeurtenissen gebeurt ook af en toe het onwaarschijnlijke. In termen van relatiefysica is antimaterie een ontwikkeling in de onwaarschijnlijke richting, waarbij een relatieset of ‘deeltje’ ontstaat met meer complexiteit dan een foton. Dit kan alleen kortdurend en lokaal (macroscopische termen), omdat in een samenhangend universum ontwikkelingen één richting volgen, de meest waarschijnlijke richting, waarbij kleine onwaarschijnlijkheden geneutraliseerd worden.

Binair
Tweeledig. Tweetallig. Twee keuzemogelijkheden, 1 of 0, op of neer, aan of uit, open of dicht, plus of min.

Bit
Eenheid van informatie die twee waarden kann aannemen.

Boson
In relatiefysica is een boson een emergent verschijnsel. Zijn gedrag is afhankelijk – of een gevolg – van de omgeving. De belangrijkste kenmerken van bosonen zijn dan:

  • bosonen hebben relaties/verstrengelingen met gemengde dimensies. Dit in tegenstelling tot fermionen die ook gefixeerde verstrengelingen met het universum hebben (net als spinors)
  • het zijn antideeltjes van zichzelf. Ze kennen geen richting van tijd. Ze zijn niet ontvankelijk voor de angulaire veranderrichting die het universum oplegt.
  • bosonen hebben een spin-1 eigenschap, omdat ze in één kanscyclus door angulaire herverdeling alle mogelijke oriëntaties kunnen bereiken
  • bosonen kunnen door hun mengvormen van dimensies samen met andere bosonen eenzelfde kwantumtoestand bezetten.

Bit
Eenheid van informatie die twee waarden kan aannemen.

Collaps
In termen van relatiefysica is collaps of ineenstorting van superpositie herverdeling van informatie. Collaps markeert het moment waarop omkeerbaarheid zo onwaarschijnlijk geworden is, dat het verwaarloosd kan worden. De ineenstorting is het ‘point of no return’. Het is een gebeurtenis. In een zuivere relatie interpretatie ontstaat bij collaps geen concrete waarde of toestand (wat bij een waarneming of meting vanuit macroscopisch perspectief wel gebeurt), maar gaat de ene superpositie over in de volgende.

Decoherentie
De herverdeling van informatie met de omgeving in een groter geheel. Decoherentie wordt wel vergeleken met een ‘hitte bad’. Zoals een voorwerp de temperatuur van zijn omgeving aanneemt, zo wordt informatie via verstrengeling met de omgeving gedeeld.

Deeltje, kwantumdeeltje
Kwantumdeeltje is een lastige benaming. In termen van relatiefysica is een ‘deeltje’ een set van relaties met andere elementen, samen in superpositie. Het is dus niet afgrensbaar. Het een ‘set van kansen’, de superpositie van meerdere waarden tegelijkertijd.
In termen van relatiefysica is een deeltje niet ondeelbaar. Het wordt bij elke gebeurtenis gedemonteerd en opnieuw geconstrueerd. Telkens ontstaan nieuwe generaties relatiesets. Deze lijken overigens vaak op de ouders, omdat de meest waarschijnlijke opties dikwijls kleine veranderingen zijn.

Emergentie
Het geheel is meer dan de som der delen. Er ontstaan nieuwe dingen door (een andere) samenhang met de omgeving. Meer is anders. Deel 1 gaat helemaal over emergentie.

Energie
Energie is een macroscopisch begrip. In termen van relatiefysica is energie gelijk aan de kans op verandering. Potentiële energie komt overeen met de hoeveelheid potentiële veranderingen in een kwantumsysteem. Veel complexe superpositie (veel massa, in klassieke termen) betekent veel potentiële energie, omdat er mogelijkheden zijn voor ontwikkelingen in de richting van afname van de complexiteit. Dat betreft complexiteit van baryonische materie, maar ook complexiteit van de neutrale sets, de informatie van afstand en ruimtetijd. Dit laatste is de energie van dark matter, opgeslagen in lineaire verstrengelingen van ruimtetijd. Blijft over de ‘dark energy’, die ook wel verklaard wordt met het begrip ‘nulpuntsenergie’. In ons gedachte-experiment ligt dit besloten in het begrip kansverdeling, de ultieme onzekerheid en ultieme bron van verandering.

Entropie
Entropie is een maat voor waarschijnlijkheid. Shannon-entropie is een begrip uit de informatietheorie en werkt met microtoestanden die er wel of niet zijn. Dit komt neer op het werken met 1 of 0 zoals dat gebeurt bij computers. Relatiefysica kent geen 1 of 0, maar werkt met gedeelde informatie en verschil in complexiteit. Zie ‘superentropie’.

Gebeurtenis
Zie waarneming

Informatie
In de informatietheorie die zich bezighoudt met kwantificatie en het berekenen van informatie zegt men: Informatie ontstaat wanneer een gebeurtenis plaatsvindt waarvan vooraf onzeker was of deze daadwerkelijk zou gebeuren. Dat is dus wel of niet, aan of uit, ja of nee, plus of min, op of neer, open of dicht, 1 of 0. Wanneer we echter uitgaan van superpositie die ook meer dan twee en niet-discrete waarden kan hebben, wordt dit: Informatie ontstaat wanneer een gebeurtenis plaatsvindt waarvan vooraf onzeker was wat die gebeurtenis zou zijn. Wheeler zei: ‘it from bit’; informatie is de basis van alles. Deze informatie hoeft niet uit discrete bouwstenen te bestaan.
In termen van relatiefysica staat alles in relatie met elkaar. Informatie is daarbij geen homogene massa. Dan zou je niets kunnen onderscheiden. Er is variatie in de manier waarin informatie overlapt. Dit geeft een verschillend gedrag bij verandering.
Is informatie de gebeurtenis zelf? Is ze de verandering die optreedt bij een collaps? Hoe dan ook, onder deze informatie ligt de fundamentele onzekerheid van superpositie. In termen van relatiefysica bestaat er geen eenheid van informatie op kwantumniveau. Door de factoren superpositie en entropie is informatie plastisch. In een min of meer neutrale omgeving kunnen de verschillen tussen waarschijnlijk en onwaarschijnlijk herverdeling van verstrengelde informatie echter zo groot zijn dat er sprake is van enige (schijnbare) stabiliteit. Informatie lijkt dan gekwanticeerd. Maar dat is ze niet.

Interactie
Zie waarneming.

Kansverdeling
In ons verhaal heeft het begrip kansverdeling betrekking op verstrengelingen en superposities, en moet het begrepen worden als een onberekenbare kansverdeling. De kansen zijn afhankelijk van onzekerheid bij de buren, buren van buren, en uiteindelijk het hele universum dat in één kanscyclus als geheel verandert.

Kwanta, kwantummechanica, kwantuminformatie
Vanuit het perspectief van relatiefysica zijn de term kwantum en kwanta ongelukkig gekozen. Hierdoor komt de focus op deeltjes in plaats van gedeelde informatie. Zou een verwijzing naar een samenhang van kansen meer helpend zijn geweest?

Massa
Massa is een macroscopisch begrip. In termen van relatiefysica is massa een emergente eigenschap van een kwantumsysteem die opduikt zodra er sprake is van superpositie met meer dan één verstrengeling/relatie (buiten de samenhang waarmee alles in het universum verbonden is, het neutrale veld). Hoe complexer de superpositie, hoe moeilijker herverdeling van informatie met de omgeving zal verlopen. Gewoon omdat er minder opties voor zijn. Wanneer er geen andere factoren spelen (zoals bijvoorbeeld lading – ook een macroscopisch begrip – met effect op de waarschijnlijkheid van verandering) zal de ruimtetijd tussen twee systemen met massa altijd kleiner worden. In de klassieke natuurkunde heet dit effect zwaartekracht.
In termen van relatiefysica zegt de massa van een systeem iets over de (on)waarschijnlijkheid waarmee het, door de mate van zijn complexiteit, informatie uitwisselt. Hoe meer complexe superpositie, hoe groter de massa.

Meting
Zie waarneming.

No-hiding theorem
Het no-hiding theorem stelt dat alle informatie in het universum behouden blijft. Informatie kan niet gekopieerd worden, niet gewist worden, maar wel overgedragen worden naar de omgeving of naar andere vormen transformeren.

Oorzakelijkheid
Een oorzaak-gevolg relatie waarbij vooraf vaststaat wat het effect van een interactie zal zijn bestaat alleen op macroniveau. Op kwantumniveau zijn gebeurtenissen onberekenbaar en onvoorspelbaar. Een voorspelbare gebeurtenis op macroniveau (zoals de appel die van een boom valt) is bij een relatie interpretatie niets anders dan de meest waarschijnlijke optie, omdat bij een samenhangende combinatie van zeer grote aantallen interacties de onwaarschijnlijke opties verwaarloosd kunnen worden.

Pixel
Een gevolg van het no-hiding theorem is dat alle verandering in het universum tegelijkertijd moet verlopen. Want het kan niet zo zijn dat er even wat meer of wat minder informatie in het universum is. Dit wordt wel vergeleken met het verspringen van de pixels van een beeldscherm. Omdat relatiefysica werkt met kansverdelingen is het denken in samenhangende kanscycli, die door hun samenhang hetzelfde ritme hebben, helpend.

Qubit
Kwantumbit, is een eenheid van kwantuminformatie. Het is een combinatie van twee waarden, tegelijkertijd.

Qudit
Superpositie van kwantuminformatie met een d-aantal alternatieven.

Ruimtetijd
Ruimtetijd is informatie, en net zo fysiek als baryonische materie. Anders dan het standaardmodel voor de deeltjesfysica dat geen plek heeft ingeruimd voor ruimtetijd of afstand, doet het model voor relatiefysica dat wel. Ruimtetijd, c.q. afstand, wordt hier gerepresenteerd door de ‘neutrale set’.

Spin
In termen van relatiefysica beschrijft kwantumspin verandering van oriëntatie ten opzichte van de omgeving. Spin is geen intrinsieke eigenschap van een relatieset/‘deeltje’, maar gedrag door uitwisseling van informatie met de omgeving. Het betreft angulaire herverdeling van informatie. Angulaire herverdeling gebeurt in kanscycli overal in het universum tegelijkertijd en in dezelfde richting. Verschillende elementaire deeltjes kunnen een verschillend kwantumgetal (term uit de deeltjesfysica) hebben. Dit verschil heeft te maken met het (on)gemak waarmee het deeltje naar een andere oriëntatie springt. Fotonen kennen geen tijd (angulaire veranderrichting van het universum) en kunnen vanuit elke uitgangsoriëntatie elke mogelijke nieuwe oriëntatie bereiken in één kanscyclus. Het zijn spin-1 deeltjes. Fermionen zijn zogenaamde spin-½ deeltjes. Deze zijn gebonden aan de angulaire veranderrichting van het universum en kunnen binnen één kanscyclus maximaal de negatieve oriëntatie versie van zichzelf (spin up versus spin down) bereiken. Voor een terugkeer naar de uitgangsoriëntatie is een volgende cyclus nodig. Een spinrichting is niet objectief vast te stellen, maar is afhankelijk van de waarnemer.

Superentropie
Anders dan bij Shannon entropie werkt superentropie niet met 1 of 0 – een microtoestand is er wel of niet – maar met gedeelde informatie in de vorm van verstrengelingen en superpositie. Via overlap met buren, en buren van buren, betreft deze samenhang het hele universum. Verschil in de mate van complexiteit van samenhang bepaalt de waarschijnlijkheid van verandering. Ontwikkelingen gaan in de richting waarvoor de meeste, of best passende, opties zijn. Superentropie bepaalt daarmee de richting van ontwikkelingen.

Superpositie
In ons boek staat kwantumsuperpositie centraal; het bezitten van twee of meer waarden op één punt tegelijkertijd. ‘Het is dit en ook dat’. De waarde is onbepaald, zegt men. Bij collaps van superpositie wordt de waarde bepaald. Deze collaps gebeurt bij (of is) waarneming/interactie/gebeurtenis/meting.

Tijd
Wanneer men het over tijd heeft in de betekenis van tijdsvolgorde (er is een vóór en een ná), of tijd die te maken heeft met causaliteit (dit volgt uit dat), dan gaat het over een emergent begrip dat van toepassing is op het macroscopisch niveau.
De richting van tijd ligt niet fundamenteel vast. Verandering is fundamenteler dan de richting van tijd. Ontwikkelingen kunnen namelijk op kwantumniveau ook (heel even, en heel plaatselijk) terug bewegen. Want ook het onwaarschijnlijke kan gebeuren. Entropie is de factor die maakt dat op macroniveau de mogelijkheid van omdraaien van de richting van ontwikkelingen verdwijnt, omdat onwaarschijnlijkheden geneutraliseerd worden. De richting van tijd ontstaat door entropie.
De richting van waarschijnlijkheid (die de richting van tijd bepaalt) is ook een gevolg van herverdeling van informatie. Omdat alles in het universum samenhangt moet, als optelsom, de richting van herverdeling overal hetzelfde zijn.

Verstrengeling, kwantumverstrengeling
Een veel gebruikte beschrijving is: Kwantumverstrengeling is een fenomeen uit de kwantummechanica waarbij twee of meer kwantummechanische objecten zodanig verbonden zijn, dat het ene object niet meer volledig beschreven kan worden zonder het andere specifiek te benoemen – ook al zijn de beide objecten ruimtelijk gescheiden (‘non-lokaal’).
Een verstrengeld paar vormt een ondeelbaar geheel. ‘Het is hier en ook daar.’
Verstrengeling is gedeelde informatie, overlappende informatie. Het is de samenhang in de wereld.

Vrijheidsgraad
Vrijheidsgraad in de betekenis van onafhankelijke parameter is een macroscopisch begrip. Bij een relatie interpretatie zijn zelfs vrijheidsgraden op kwantumniveau gelijkwaardig en onderling uitwisselbaar. Op dit niveau zijn ze door hun superpositie niet volledig onafhankelijk. Onafhankelijkheid bestaat niet op het kwantumniveau; en trouwens überhaupt niet in een samenhangend universum.

Waarneming
Net als een interactie, meting, of gebeurtenis, is een waarneming de ineenstorting, collaps, van verstrengeling. De gedeelde informatie wordt hierbij verdeeld. Bestaande verstrengelingen worden verbroken, nieuwe verstrengelingen ontstaan. Beide (alle) deelnemers van de waarneming veranderen.

Waarschijnlijkheid
Wanneer relatiesets (‘deeltjes’) verschillend zijn, en het no-hiding theorem van toepassing is, zullen veranderingen waarvoor meer, of beter passende, opties aanwezig zijn vaker voorkomen. Zo ontstaat waarschijnlijkheid. Anders geformuleerd: Bij grote aantallen samenhangende veranderingen, en verschil in complexiteit, zullen gebeurtenissen waarvoor meer, of beter passende, mogelijkheden zijn om met behoud van informatie in te vullen, vaker voorkomen. Dit is een focus op de upward causality uit deel 1.
Waarschijnlijkheid is niet alleen van toepassing op lineaire, maar ook op angulaire uitwisselingen. In een samenhangend systeem moeten de kansverdelingen/kanscycli in het hele universum met elkaar in fase zijn. Ze hebben hetzelfde ritme en dezelfde richting. Herverdeling volgt één angulaire richting. Dit is een focus op de downward causality uit deel 1.

Zwaartekracht
In termen van relatiefysica is zwaartekracht de waarschijnlijkheid dat ruimtetijd (eenvoudig verstrengelde informatie) zal verdwijnen uit de omgeving van massa (complex verstrengelde informatie). Gewoon omdat daar meer opties voor zijn. Onder condities waarbij andere invloeden (in klassieke termen zijn dit de elektromagnetische kracht, weak force en strong force) geen rol van betekenis spelen zal de hoeveelheid ruimtetijd tussen twee systemen met massa afnemen.